uitdaging nr 12, de hand (anatomy lessons by the masters, Robert Beverly Hale)

Voor inspirerende oefeningen en uitdagingen
in de vorm van video's, slideshows, reviews, ... .

Dit forum is een work in progress en een participatief gegeven.
Post Reply
Igor
Site Admin
Posts: 57
Joined: Thu Nov 19, 2020 2:45 pm

uitdaging nr 12, de hand (anatomy lessons by the masters, Robert Beverly Hale)

Post by Igor »

De hand,

Uit de anatomy by the masters door Robert Beverly Hale (voormalig docent aan the Art Students League of New York). Robert Beverly Hale bespreekt in dit boek tekeningen van de klassieke meesters, we geven hier een resumé van het hoofstuk over de hand.
De tekeningen hieronder kan u kopiëren, op de projectpagina van de twaalfde uitdaging vindt u ook nog praktische wenken waarmee u nog verder aan de slag kan.

De handpalm
Voor de eerste bespreking vertrekken we van de tekening hieronder van Raphael om er de anatomische fragmenten op aan te duiden die we terugvinden voor de handpalm. Het voorbeeld is de hand rechtsonder, met de handpalm naar voor gericht.

Raphael1.jpg
Raphael1.jpg (163.88 KiB) Viewed 1946 times




De grote vorm en de volumes van de handpalm.
*
*
Raphael-Hale.png
Raphael-Hale.png (196.28 KiB) Viewed 1946 times
De handpalm (een reeks bogen, A, B en C) .

- De botten van de hand kunnen we rangschikken volgens drie bogen waarmee we de grote vorm van de handpalm kunnen vatten.
(volg de stippellijnen)
(A) de carpale boog
(B) de zeer flexibele metacarpale boog
(CI) en de longitudinale boog

(Merk op hoe de middelvinger (K) los komt te staan van de Carpale boog (A).)
*
*
De prominente volumes D, E, F worden gevormd door de spiermassa, deze vormen buigrimpels.
Raphael-Hale.png
Raphael-Hale.png (196.28 KiB) Viewed 1946 times
De prominente volumes worden gevormd door de spiermassa’s , deze vormen buigrimpels, ook wel handlijnen genoemd.

De korte spieren van de hand verdelen zich in de massa’s van
(D) aan de basis van de duim, (de thenar eminence)
(E) onder de pink, (de hypothenar eminence)
(F) (interossei en lumbricals) die onder de palmaire fasciae

- Buigrimpels van de hand volgen de vormen van de handpalm en ontstaan door de werking van de spiermassa's van de duim en vingers

De namen die in de handlijnkunde worden gebruikt, zijn genoegzaam bekend:
(Tussen haakjes geplaatst daarbij ook anatomische termen.)

(G) De levenslijn (lijn van de thenar eminence),
(H) De hartlijn (de meer distale lijn van de vingers), (distaal= weg van het centrum, gezien vanuit anatomisch standpunt)
(I-C) De loopbaanlijn (ofwel de mediane vouw).
De mediane vouw loopt over de handpalm, wijzend naar de middelvinger (K ) die de middellijn van de hand benadert.
Raphael gaf er in deze tekening de voorkeur aan om de lijnen G en H te benadrukken.

Raphael-Hale.png
Raphael-Hale.png (196.28 KiB) Viewed 1946 times
Twee belangrijke middenhandsbeentjes geven oppervlakkige vormveranderingen (J) en (M), gevormd door het Scafoidaanhangsel en het Pisiforme been.

(J) de bult van het scaphoid-aanhangsel (waar de loopbaanlijn of mediane vouw begint),
(L) de bult van het pisiforme bot de basis of hiel van de hand,
(M) de radius wijst ons op de andere zijde van de pols (het styloïde van de radius, (benige extremiteit van de radius).

*
*
De handrug, dorsale zijde, of het posterieur aspect.

Voor de dorsale zijde van de hand kiest Hale een tekening van Passarotti.
Deze hand grijpt ergens omheen, merk op hoe de beweeglijkheid van de middenhandsbeentjes hier hulp bieden.

Passarotti-grip.jpg
Passarotti-grip.jpg (146.35 KiB) Viewed 1932 times

Bartolomeo Passarotti
STUDIES OF HANDS AND NUDE FIGURES
pen and brown ink
16 1/8″ × 10 3/8″ (410 × 263 mm)
Ashmolean Museum, Oxford'

De Hand, Spier- en botoriëntatiepunten, posterieur aspect.


(A) de Radius en (B) Ulna.

Het meest duidelijk aan de pols zijn de benige extremiteiten.
Als we deze twee oriëntatiepunten verbinden dan kruisen deze de pols schuin, niet horizontaal.

Het benige uitsteeksel van de radius (A) ligt lager dan dat van de ulna.
Passarotti-Hale.jpg
Passarotti-Hale.jpg (38.66 KiB) Viewed 1933 times
De rug van de grijpende hand is convex (bol).

(C) Het vooruitstekende middenhandsbeentje van de wijsvinger (langs deze massa heeft Passarotti volume gegeven aan de rug van de hand)
(D) De ei-achtige vorm van de eerste interorsale spieren van de hand (zie ook diagram van de spieren van de hand). Deze massa reikt van het bot van de duim tot het bot van de wijsvinger en verandert het skelet in een hand.
(E) Lister's tuberkel Dit oriëntatiepunt bevindt zich op een lijn met het meest prominente derde middenhandsbeentje.
(F) Aanduiding van de plaats voor het derde middenhandsbeentje dat het hoogst op de rug van de hand ligt en in een rechte lijn ligt met (E, Lister’s Tuberkel) (link naar Lister’s Tuberkel).

(G) De lange strekkers van de vingers zien we in het midden van de hand.
(K) eerste- (H) tweede- (I) en derde vingerkootje (de strekkers van de hand lopen tot alle vingerkootjes van de vingers).
(J) De knokel van het derde middenhandsbeentje.

Voor de hand in ruststand kiest Hale een tekening van Del Sarto.

DelSarto-rust.jpg
DelSarto-rust.jpg (110.77 KiB) Viewed 1932 times
De hand in rustpositie, zoals de hand uiterst rechts in de tekening van del Sarto, zal altijd in lichte handpalmflexie zijn (naar binnen gebogen naar de handpalm toe).

Dit is een ruststand, met de spieren in balans, maar met weinig praktische functie mogelijk. De hand uiterst links is ook in lichte palmairflexie.

In deze positie is de kracht van de greep zwak omdat de extensoren van de lange vingers uitgerekt zijn. (Als de vingers tot een vuist waren gebogen, zou de pols recht naar buiten moeten worden gestrekt.) De politie is zich hiervan bewust en ontwapent daarom een tegenstander door zijn pols in handpalmflexie te dwingen, zodat zijn greep verzwakt.
DelSarto-Hale.jpg
DelSarto-Hale.jpg (45.58 KiB) Viewed 1946 times
(D) Kanteling van het zijvlak van de hand ter hoogte van het vijfde middenhandsbeentje.
(E) Het volume van de afvoerder van de pink geeft vlezigheid aan de zijkant van de hand.
(F) Het volume ontstaat in het pisiforme bot en uit (G) de pees van de flexor carpi ulnaris die in het pisiform is ingebracht.

(Het is een vergissing om te denken dat omdat een spier is vernoemd naar een functie (zoals adductor, flexor of extensor), dit de enige actie is waartoe een spier in staat is. In tegendeel.
E) De afvoerder van de pink voert deze bijvoorbeeld weg van de ringvinger (H), maar deze stabiliseert hij ook het metacarpofalangeale gewricht (I) (het gewricht van de vingers, waar de knokels de vingers raken) wanneer de duim tegenover de pink staat. De afvoerder van de pink (E), ook een zwakke Strekker, helpt de pink recht te trekken.


Hier vindt de link naar de projectpagina
Post Reply