Toonwaarden, reflectielicht als volumeweergave.
De vijfde uitdaging gaat over volumeweergave in de tekening, over hoe we het beeld op basis van toonwaarden kunnen vatten en er volume mee kunnen suggereren.
Hoewel de tekenaar de objecten meestal tekent op de manier waarop hij/zij ze ziet, geniet het vaak de voorkeur om minder toonverschillen te gebruiken dan welke op het object in realiteit aanwezig zijn en om deze te vereenvoudigen. Het wit van het papier kan bijvoorbeeld voor grote delen van de achtergrond of in het object gebruikt worden. We kunnen een plan van vereenvoudigingen gebruiken.
Waarde:
- toonwaarden kunnen inzetten om volume te suggereren en een variatie aan uitwerkingsgraden daarvan kunnen gebruiken.
- door in lagen te werken (hier mbt het ‘schaduwen’) creëert men een voorvertoning die als gids kan dienen voor de verdere uitwerking.
Verspreiding van licht en donker over een bolle vorm
Om de licht/donker werking te vatten, analyseert men de natuur volgens het ‘vormprincipe’, dit is de analyse van de natuur in termen van geometrische volumes. Organische vormen worden volgens het vormprincipe via eenvoudige geometrische vormen geconcipieerd. Basisvormen zoals de bolle vorm, cilinder, kegel, kubus en balk dienen om deze principes te bestuderen onder verschillende belichtingen.
*
*
Afbeelding hierboven (vormprincipe uitgelegd dmv een bol): de spreiding van het licht en het donker over volumes bekijken we op de bolle vorm.
(Bovenstaande tonale contrasten vertalen we uit het Engels: centrum licht, hooglicht, halftoon, terminator, kernschaduw, reflectielicht, occlusie schaduw, slagschaduw.)
Toonwaarde van het object (lokale toonwaarde)
Om een idee te geven van de licht/donker werking op de vorm, is het ook nodig om rekening te houden met de lokale toonwaarde van het object. De lokale toonwaarde van een object kunnen we best inschatten onder gesatureerd licht (er zijn dan geen schaduwen op de vormen). Ofwel kan men proberen deze te schatten door de toonwaarden tussen de halftonen en de centrumlichten te bekijken.
Het is belangrijk te weten hoe op objecten met een lichte toonwaarde (bijvoorbeeld een witte koffiekop) een hoger contrast heeft tussen licht en donker dan een donker object (bijvoorbeeld een donkere bureaulamp).
Als algemene regel geldt dat de schaduw 60% is van de belichte zijde. Voor de slagschaduw geldt dat dit ongeveer 40% van de donkerheid van het belichte gedeelte bedraagt. Mijn witte koffiekop is een toonwaarde 9, om een idee te krijgen hoe donker we de schaduw op de vorm moeten zien rekenen we als volgt 9x0,6=5,4. Mijn bureaulamp heeft een toonwaarde van 2, de donkerste schaduw op de lamp bedraagt 2X0,6=1,2 . Beide objecten staan op een houten tafel met toonwaarde 6, ( de slagschaduw is 6X0,4= 2,4)
Voor meer over de relatie van toonwaarden met schaduwleer en kleurenleer verwijzen we naar onze pagina, blogpost over de Munsell kleurentheorie, op onze website. http://www.21studio.be/uncategorized/mu ... enruimte/4
[Toonschaal van Munsell
We kunnen nu bovengenoemde contrasten op onze toonschaal aanwijzen en deze benoemen en voorzien van een nummer uit de Munsell toonschaal.
*
¨
We kunnen nu bovengenoemde contrasten op onze toonschaal aanwijzen en deze benoemen en voorzien van een nummer uit de Munsell toonschaal.
Bovenstaande Munsell toonschaal heeft elf stappen.
Bovengenoemde begrippen, die we in het vormprincipe op basis van een bol hebben genoemd, kunnen we nu van Munsell waarden voorzien..
Van licht naar donker:
Hooglicht: toonwaarde 9
Centrum licht: toonwaarde 8
Halftoon: toonwaarde 5
Terminator: toonwaarde 3
Kernschaduw: toonwaarde 4
Reflectielicht: toonwaarde 4.5
Slagschaduw: toonwaarde 3 (uitgaande van een toonwaarde 7 of 8, zie foto).
Occlusie schaduw: toonwaarde 2
*
*
Het tonale bereik van het medium.
Het tonale bereik van het medium waarin we werken, dienen we ook in overweging te nemen. Voor deze uitdaging werken we met grafietpotlood en papier. Het diepste zwart van ons 6B potlood is ongeveer een toonwaarde 2, het meeste wit tekenpapier ligt rond een toonwaarde 9 .
Onderstaande toonschalen kunnen we gebruiken voor potlood.
*
*
Deze toonwaarden 2, 3, 5, 6, 8, 9 komen overeen met occlusie, terminator, halftoon, donker licht (in het voorbeeld van de bol is dit de lokale toon), licht en hooglicht.
*
*
Bovenstaande toonwaarde: 2, 3, 4, 6 en 8 zijn voor potlood een goede vertaling voor een
Occlusie (kleinste streepje uiterst links), donkere en lichte schaduw en een donker en licht licht.
In de projectpagina gaan we dieper in op de mogelijkheden om interpretatie te geven aan de licht/donker werking in een tekening.